274 keer is misschien toch wat veel: dit is de chin-up, de "makkelijkere" variant van de pull-up

In dit artikel:

Enkele dagen nadat de pull-up werd besproken, schuift kinesist Thijs Hertsens de chin-up naar voren als een iets makkelijkere variant — en voor de grap daagt Bavo Mortier lezers uit: "Ik heb er nu al 274 gedaan, nu is het aan jou." De kern van het verschil zit in de grip: bij een chin-up pak je de stang onderhands vast (duimen rond de stang) en idealiter iets minder dan schouderbreedte. Daardoor neem je meer werk op door de biceps, de voorkant van de schouders, de borst en ook de buikspieren, die bij de meeste mensen sterker zijn dan de bovenrug, waardoor de oefening vaak toegankelijker is dan een pull-up. Let ook op de beenhouding: de benen hoeven niet stijf naar beneden te hangen maar kun je iets voor je houden om de opwaartse beweging te ondersteunen. Kortom: wie moeite heeft met pull-ups kan met chin-ups gemakkelijker kracht opbouwen en toch een vergelijkbare trekbeweging trainen.