"Bondscoach moet strategie bepalen": UCI is na relletje op WK gravel niet van plan om concept aan te passen
In dit artikel:
Afgelopen weekend ontstond op het WK gravel commotie toen de Nederlandse Yara Kastelijn in de slotkilometer haar landgenote Shirin van Anrooij terugbracht, waardoor Van Anrooij de zege misliep; Kastelijn bood later haar excuses aan. De scène zette discussie in gang over de vraag of een gravel-WK in de toekomst in ploegtruien in plaats van nationale tenues gereden moet worden.
Belangrijk om te weten: deelname aan het gravel-WK verloopt grotendeels via kwalificatieraces of wildcards (zoals die van Tom Pidcock), niet via rechtstreekse selectie door de bondscoach. Daardoor rijden veel renners die gewoon teamgenoten zijn door handel en sponsorrelaties, terwijl ze formeel in nationale teams staan. Nederlands bondscoach Laurens ten Dam zegt dat zijn rol vooral verkenningen organiseren en renners aanmoedigen is; hij kan geen taktiek afdwingen. In de vrouwenfinale stonden zeven van de top tien in het oranje, maar samenwerking ontbrak—en juist een ploeggenote uit Tsjechië (Julia Kopecky), teammaat bij SD Worx‑ProTime, bleek beslissend voor de uiteindelijke winnares.
UCI-topman Peter Van Den Abeele noemt het “groeipijnen” van een snel evoluerende discipline en wil het onderwerp bespreken tijdens de debriefing van het WK; hij benadrukt dat wereldkampioenschappen landen aanprijzen. Ten Dam opperde als oplossing een limiet van bijvoorbeeld tien elite‑rensters per land, geselecteerd door de bondscoach, zodat nationale strategieën haalbaar worden. De UCI wil tegelijk de massaparticipatie van het evenement bewaren.