Jasper Philipsen pakt onverwacht sprintcadeau niet uit, supersub Ben Turner maakt het verrassend af
In dit artikel:
Ben Turner (Ineos Grenadiers) pakte op de vierde dag van de Vuelta zijn eerste ritzege in een grote ronde. Turner, die vrijdag nog op het nippertje van de Renewi Tour naar Spanje werd overgevlogen, verraste in de massasprint in Voiron en hield kopman Jasper Philipsen (Alpecin‑Deceuninck) en Edward Planckaert achter zich; Philipsen werd tweede. De sprintopzet van Alpecin, inclusief de lead‑out van Planckaert, verliep niet vlekkeloos waardoor Turner kon toeslaan.
De etappe van meer dan 200 km bevatte vroeg een vlucht van vijf renners — onder wie Louis Vervaeke en Kamiel Bonneu — die lange tijd voorop reden maar uiteindelijk werden teruggepakt. Decathlon‑AG2R‑coureur Bruno Armirail probeerde solo voor de dagzege te gaan en kreeg korte tijd ongeveer 45 seconden voorsprong, maar het peloton, aangedreven door ploegen met sprinters, haalde hem terug.
De route voerde over meerdere beklimmingen, waaronder de Col de Montgenèvre en Col du Lautaret, en eindigde met een lastige slotkilometer: de laatste bocht lag op 300 meter van de streep, waarna het nog 4% omhoog liep — geen volledig vlakke aankomst en dus gunstig voor renners met punch. Dat maakte de positiekeuze op de vele rotondes en smalle wegen cruciaal. Tijdens de finale ontstond bovendien enige chaos: een valpartij met Jay Vine en een korte ontregeling in de sprintopbouw verstoorden de geplande lead‑outs.
Naast het strijdtoneel voor de ritzege waren er diverse nevenontwikkelingen: Giulio Ciccone nam door tussensprintpunten tijdelijk de groene trui over; Jonas Vingegaard en David Gaudu stonden voor de etappe op gelijke tijd in het algemeen klassement; Valentin Paret‑Peintre en Carlos García Pierna moesten de Vuelta verlaten; en twee renners — Ben Tulett en Ethan Vernon — vierden hun verjaardag tijdens de koers. Vernon, die in de openingsetappe dichtbij Philipsen kwam, was eveneens genoemd als mogelijke kanshebber.
Samengevat: een technisch en selectieve rit met klimwerk en een oplopende finish, waarin een onverwachte én goed getimede sprint van Ben Turner de kansen van de pure sprinters omzeilde en hem de eerste Grand Tour‑zege opleverde.