Kirsty Coventry als eerste Afrikaanse en eerste vrouw voorzitter van het IOC - "Allebei even cool"
In dit artikel:
Kirsty Coventry blikt in een exclusief interview met Eurosport terug op haar recente, historische benoeming tot voorzitter van het Internationaal Olympisch Comité: ze is zowel de eerste vrouw als de eerste Afrikaanse leider van het IOC en werd vorige maand – op 41‑jarige leeftijd – de jongste voorzitter in meer dan een eeuw. Het gesprek, vanaf zaterdagavond te zien op Eurosport en HBO Max, schetst haar traject van olympisch topzwemster tot invloedrijke sportbestuurder en voormalig minister in Zimbabwe.
Coventry won haar internationale faam tijdens de Spelen van Athene 2004, met goud op de 200 meter rugslag en nog een zilveren en bronzen plak; in Peking verdedigde ze die titel. Van de acht olympische medailles die Zimbabwe ooit behaalde, kwam er zeven op haar conto. Na haar sportcarrière was ze actief in de IOC-atletencommissie en trad ze toe tot de Zimbabweaanse regering als minister van Jeugd, Sport, Kunst en Recreatie. In maart versloeg ze in de race om het voorzitterschap onder anderen Sebastian Coe.
Persoonlijke herinneringen vormen een belangrijk deel van het interview: haar vroege olympische droom — ze keek als negenjarige naar Barcelona 1992 —, de overweldigende ontvangst thuis na Athene waarbij supporters de hele landingsbaan met vlaggen sierden, en de ontmoeting in Sydney met Eric Moussambani, die haar deed beseffen wat de Spelen betekenen voor kleinere landen. Op de vraag of ze het meest trots is om de eerste Afrikaanse of de eerste vrouwelijke voorzitter te zijn, antwoordt Coventry: "Het is allebei even cool."
Ze zegt dat haar nieuwe rol niet alleen haar eigen leven, maar dat van haar gezin verandert, en ziet het voorzitterschap als een kans om iets terug te geven aan de gemeenschap die haar gevormd heeft.