Mathieu van der Poel is "klaar" om strijd aan te gaan in het veld: "Alles wijst erop dat Thibau Nys nieuwe maatstaf is"

In dit artikel:

Over twee dagen keert wereldkampioen Mathieu van der Poel terug in het veld, met zijn seizoenstart in de Wereldbeker van Namen — de zware, technische Citadelcross. Na een druk weg- en mountainbikeseizoen zette hij half september een punt achter die disciplines en hield daarna bijna een maand rust. Van der Poel zegt dat hij de competitie heeft gemist en kijkt ernaar uit weer vroeg het crossseizoen in te duiken.

Hij deed slechts twee specifieke veldrittrainingen vooraf, maar heeft er vertrouwen in dat dat voldoende zal zijn; vorig jaar volstond een vergelijkbare opbouw ook. Dit winterprogramma telt volgens hem zo’n 12 à 13 crossen, zorgvuldig gekozen op basis van parcoursen die hij aantrekkelijk vindt en praktische ligging — veel wedstrijden liggen in de buurt van Antwerpen — en met de intentie in december wedstrijden te verkiezen boven extra trainingskilometers.

Qua concurrentie ziet Van der Poel Thibau Nys opklimmen tot de nieuwe maatstaf. Voor Namen rekent hij traditioneel op namen als Michael Vanthourenhout en Toon Aerts, daarnaast noemt hij Cameron Mason als iemand die stappen heeft gezet. Wout van Aert blijft eveneens een vaste tegenstander; beiden bouwen hun seizoen op eigen wijze richting het voorjaar en zullen elkaar regelmatig treffen.

Sportief stelt Van der Poel hoge verwachtingen van zichzelf, al erkent hij dat hij momenteel “een percentje” onder zijn niveau van vorig jaar zit — genoeg naar zijn oordeel om meteen om overwinningen te strijden. Het uiteindelijke hoofddoel blijft het wereldkampioenschap in Hulst; extra records zouden een bijkomend gevolg zijn, geen doel op zich.