Met de Brugse fabriek als voorbeeld: de schuifpuzzel van trainers toont opvallende Belgische trend
In dit artikel:
Op 1 januari stond in de Jupiler Pro League geen enkele van de 16 aan het seizoen begonnen trainers nog bij zijn oorspronkelijke club: een complete verschuiving binnen één competitie. Veel coaches ruilden van club naar club binnen België — Vincent Euvrard naar Standard, David Hubert naar Union, Ivan Leko naar Club Brugge, Rik De Mil naar AA Gent, Nicky Hayen naar Genk — wat de indruk wekt van een schuifpuzzel waarin vooral huisgemaakte coaches het goede spul blijken.
Analist Tom Boudeweel wijst op meerdere oorzaken. De competitie is onvoorspelbaarder geworden — STVV en KV Mechelen doorbreken traditionele machtsverhoudingen — en Club Brugge zette de beweging in gang door zijn trainer te ontslaan en een vervanger uit dezelfde competitie te halen. Buitenlandse trainers blijken minder populair na mislukte experimenten en kosten bovendien meer; Boudeweel: "Buitenlandse trainers volgen de Belgische competitie niet, dus dan heb je al meer tijd nodig om in te lopen."
Daarnaast is er een duidelijke generatiewissel: veel jonge coaches zonder grote spelerscarrière stappen op. Velen zijn gevormd binnen de opleiding van Club Brugge en doorliepen interne trajecten — van jeugdteams en beloften naar de A-kern — waardoor ze vertrouwd zijn met moderne werkwijzen (video, data, fysieke staf) en met het DNA van de clubs. Namen als Rik De Mil, Hayk Milkon, Michiel Jonckheere, Carl Hoefkens en Tim Smolders illustreren die stroom.
Voor KRC Genk was dat reden om Nicky Hayen te nemen: hij kent zowel de clubcultuur als het gewenste offensieve, jeugdgerichte speeltype en is snel inzetbaar halverwege het seizoen, wat cruciaal is omdat Genk afhankelijk is van Europees voetbal als verdienmodel. Boudeweel verwacht dat clubs dit voorbeeld volgen en in toekomst vaker eigen strijders uit de jeugd- en technische opleidingen naar boven halen in plaats van extern te zoeken.