Met twee dikke truien, regenjas én muts trainen: hitte stelt Belgische atleten voor extra uitdaging in Tokio
In dit artikel:
Tokio zucht onder uitzonderlijke hitte en hoge luchtvochtigheid tijdens het WK atletiek, wat de Belgische equipe extra werk oplevert om prestaties veilig en competitief te houden. Temperaturen rond 35 °C en een gevoelstemperatuur tot 40 °C — in combinatie met circa 75% vochtigheid — maakten de afgelopen maand in 15 Japanse steden de warmste dagen sinds 1898. World Athletics verschoof al marathons en snelwandelen een halfuur naar voren om de ergste hitte te vermijden; de rest van het programma blijft in Tokio.
Voor korte afstanden kan warmte soms een voordeel geven, maar middellange- en langeafstandsloopsters en -lopers hebben er veel last van. Belgische atleten bereiden zich doelbewust voor: John Heymans liep in Tokio met meerdere lagen en nam een week acclimatisatie, Ruben Verheyden trainde thuis bij 30 °C met dikke truien, regenjas en muts, en de ploeg gebruikt ORS-medicatie tegen uitdroging en kiest slimme trainingsmomenten. Sommige voorbereidingen waren zelfs onconventioneel, zoals het zoeken naar thermische kleding in skiwinkels.
Tactiek verandert: wedstrijden zullen waarschijnlijk voorzichtig starten omdat deelnemers willen peilen wat de hitte doet met tempo en uithouding. World Athletics-voorzitter Sebastian Coe waarschuwt dat zulke hitte geen tijdelijk probleem is maar een teken van de klimaatverandering waarvoor de sport zich moet aanpassen; atletenwelzijn moet centraal staan. Tijdens de Olympische Spelen van 2021 werden marathons al naar Sapporo verplaatst; nu blijft alles in Tokio met vroegere starttijden als compromis.
Commentator en ex-atlete Eline Berings benadrukt dat mindset en voorbereiding doorslaggevend zijn: accepteren van de omstandigheden en slim omgaan met inspanning kan voorkomen dat de hitte prestaties volledig ondermijnt. Wie in Tokio wil schitteren, moet dus niet alleen tegenstanders, maar ook de temperatuur verslaan.