Nederlandse olympisch kampioene maakt rentree na loodzware periode: 'Veel eerder dan verwacht'

In dit artikel:

Esmee Visser maakte zondag in Deventer haar rentree op het ijs tijdens de Holland Cup, haar eerste wedstrijd in ruim acht maanden. De oud‑olympisch kampioene op de 5000 meter (Pyeongchang 2018) reed de 3000 meter en finishte als twintigste van 24 in 4.30,80. Ze benadrukte dat de tijd niet centraal stond en noemde de terugkeer op Instagram “een mijlpaal”.

Na de gouden olympische prestatie raakten haar resultaten geleidelijk verminderd door jarenlange, onduidelijke klachten. Recent onderzoek wees uit dat er een scheur in haar heupgewricht zat; Visser onderging daarop een operatie en stond lange tijd langs de kant. Het herstel verliep sneller dan verwacht, wat haar eerdere dan geplande rentree mogelijk maakte.

Visser blijft een gevierd naam in het langebaanschaatsen: naast haar olympische titel werd ze in 2018 en 2020 Europees kampioen op de 3000 meter, pakte ze zilver (2019) en brons (2020) op de 5000 meter bij de WK afstanden, en werd ze in 2019 derde bij het NK allround. Afgelopen zomer vertelde ze in de podcast Schaats Inside uitgebreid over hoe één race haar carrièrebeeld veranderde en over de zware blessure en revalidatie waar ze recent doorheen ging. Haar terugkeer is een voorzichtig begin van een nieuwe fase in haar loopbaan.