NFL op zondag: Cowboys winnen klassieker, Burrow valt uit
In dit artikel:
In het vroege zondagprogramma van Week 2 zagen we negen wedstrijden vol spanning en spektakel, met als uitschieters het nipte duel in Cincinnati en een krankzinnig Cowboys–Giants‑gevecht in Dallas.
Cincinnati – Jacksonville (30–27): De Bengals wonnen nipt, maar de wedstrijd werd overschaduwd door een blessure aan Joe Burrow (teen) die niet terugkeerde. Trevor Lawrence stuurde de Jaguars aanvankelijk aan en Travis Etienne maakte ook het verschil, maar Ja’Marr Chase en een cruciale catch van Tee Higgins hielpen Cincinnati terug. Reservenquarterback Jake Browning worstelde met drie interceptions, maar de verdediging en passrush, met onder meer een beslissende stop van Trey Hendrickson, hielden de overwinning binnen handbereik. De ernst van Burrows blessure is onduidelijk; als hij fit blijft, is Cincinnati 2-0 begonnen.
Dallas – New York Giants (40–37 OT): Een instant classic tussen rivaalclubs leverde bijna 1.000 yards offence op en een achtbaan van leads. Dak Prescott scoorde laat en vond George Pickens voor een touchdown, waarna een 64‑yard field goal van Brandon Aubrey de ploeg terug in de wedstrijd bracht en overtime forceerde. In de verlenging bleef de kicker koel en zette de Cowboys de zege veilig nadat de Giants een cruciale interceptie gaven. Een spektakel dat Jerry Jones ongetwijfeld kon smaken.
San Francisco – New Orleans (26–21): Ondanks afwezigheid van namen uit de eigen aanval kwamen de 49ers toch tot winst. Mac Jones stuurde de aanval aan, Christian McCaffrey produceerde en de verdediging hield stand toen het moest — vooral dankzij pressure van onder andere Joey Bosa — waardoor San Francisco 2-0 het seizoen ingaat.
Seattle – Pittsburgh (31–17): Na een eerste helft waarin Pittsburgh leek te domineren, kantelde de wedstrijd door fouten van de thuisploeg. Een bizarre misser van een rookie returner leidde tot een teruggegeven touchdown voor Seattle. Kenneth Walker was productief (13 carries, 105 yards) en de Seahawks liepen weg in de tweede helft.
Baltimore – Cleveland (41–17): De Ravens maakten het verschil vooral via Lamar Jackson, die twee touchdownpasses afleverde. De Browns kregen de defense wel op orde maar konden de aanval niet genoeg laten presteren; Baltimore herpakte zich na de nederlaag van vorige week.
Detroit – Chicago (52–21): De Lions maakten van deze wedstrijd eenrichtingsverkeer. Amon‑Ra St. Brown had een monsterstatistiek met drie touchdowns en 115 receiving yards; de Bears‑verdediging werd in de tweede helft volledig weggespeeld.
Los Angeles Rams – Tennessee (33–19): De Rams trokken na een felle wedstrijd in de tweede helft het initiatief naar zich toe. Matthew Stafford vond Puka Nacua en Davante Adams voor scores; een rushing-TD van Blake Corum hielp de marge verder uit te bouwen.
Buffalo – New York Jets (30–10): Buffalo had de wedstrijd vroeg onder controle en domineerde bij rust. James Cook was de man van de avond met 132 rushing yards en twee touchdowns; een korte schrik rond Josh Allen (neus) veranderde niets aan het resultaat.
Miami – New England (27–33): Voor het eerst sinds 2019 won New England weer in Miami. Drake Maye speelde sterk voor de Patriots, special teams leverden een teruggebrachte kick en Antonio Gibson en de verdediging, met een cruciale sack van Milton Williams, maakten het verschil. Tyreek Hill noteerde meer dan 100 receiving yards, maar dat volstond niet voor de Dolphins.
Kort: week 2 bracht hoge scores, dramatische fouten, heroïsche kicks en potentiële zorg bij Cincinnati door de blessure van Burrow — ingrediënten die de rest van het seizoen interessant maken.