Piepjonge stayer schaatst ervaren mannen eraf op 10 km in Thialf, geen prijzen voor Nederlanders
In dit artikel:
Op de 10.000 meter tijdens de World Cup in Thialf (Heerenveen) pakte het 19‑jarige talent Metoděj Jílek verrassend de overwinning. Hij noteerde 12.29,63 en kwam daarmee dicht in de buurt van het baanrecord van 12.28,05 dat eerder die zaterdag in de B‑groep door de 22‑jarige Vladimir Semirunniy (Pools‑Russisch) werd neergezet. Jílek zette bovendien een nationaal record neer; ook de Fransman Timothy Loubineaud reed met 12.36,61 een nationaal besttijd en eindigde kort achter hem.
De snelste Nederlander was Jorrit Bergsma, die in de tweede rit 12.45,46 klokte en daarmee vijfde werd. Zijn race leverde zijn elfde keer onder de 12.50 in Thialf op. De Italiaanse Davide Ghiotto was in dezelfde periode te sterk voor Bergsma: met 12.33,37 realiseerde hij de derde snelste tijd ooit op Thialf-ijs, maar bleef ook hij boven het in de B‑groep gevestigde baanrecord.
Beau Snellink had een lastige wedstrijd en kwam met 13.04,77 ruim boven zijn nationale seizoentijd uit. Chris Huizinga sloot de dag af in de slotrit tegen Ted‑Jan Bloemen; Huizinga hield het net onder de dertien minuten (12.58,04) en werd achtste, Bloemen reed 12.51,21.
Thialf is dit seizoen de enige locatie waar op de World Cup het zwaarste afstandsonderdeel, de 10.000 meter, op het programma staat — een factor die bijdraagt aan de opvallende tijden en de doorbraak van jong talent als Jílek.