Tadej Pogacar versus Remco Evenepoel in Rwanda: met een historisch laagje glans als extra inzet
In dit artikel:
Remco Evenepoel (België) en Tadej Pogacar (Slovenië) zijn de grote favorieten voor de wegrit op zondag, met potentiële historische implicaties voor beide mannen. Evenepoel won afgelopen weekend de wereldtitel tijdrijden; als hij nu ook de wegrit op zijn naam schrijft, zou dat de eerste keer zijn dat iemand in hetzelfde jaar zowel de tijdrit als de wegrit wereldkampioen wordt. Al heeft Evenepoel beide disciplines ooit al wél op zijn palmares staan (niet in hetzelfde jaar). Bovendien zou een podiumplaats hem zijn achtste WK-medaille opleveren; daarmee zou hij Cancellara, Tony Martin en Alejandro Valverde (allen zeven WK-medailles) voorbijstreven.
Pogacar kan op zondag zijn titel op de weg verlengen en zo twee opeenvolgende wereldtitels binnenhalen. Verdedigen van de wegtitel is geen unicum: renners als Georges Ronsse, Rik Van Looy, Gianni Bugno, Paolo Bettini en Julian Alaphilippe gingen hem vóór, terwijl Peter Sagan zelfs driemaal achter elkaar won (2015–2017). Dit seizoen veroverde Pogacar al de Ronde van Vlaanderen en Luik‑Bastenaken‑Luik; als hij het WK wint en daarna over twee weken ook de Ronde van Lombardije pakt, zou hij een prestatie evenaren die Eddy Merckx in 1971 realiseerde (drie monumenten plus het WK).
Kort samengevat: zondag staat in het teken van twee topfavorieten met elk een uniek scenario binnen handbereik — Evenepoel voor een nooit vertoonde dubbel en extra medaillesucces, Pogacar voor een tweede opeenvolgende wereldtitel en de kans om zijn monumentencollectie tot een nog zeldzamer geheel uit te bouwen.