Topschaatser doet gênante ontdekking en haalt keihard uit naar schaatsbond: 'Dit is een zieke situatie'
In dit artikel:
De 23-jarige Noor Peder Kongshaug heeft deze zomer geschrokken van de financiële cijfers van de Internationale Schaatsunie (ISU). Terwijl de salarissen binnen de bond de afgelopen jaren bijna verdrievoudigden, is het prijzengeld voor rijders al dertig jaar ongewijzigd gebleven. Een wereldbekerzege leverde in 1995 winnaar Edel Therese Høiseth 1.500 dollar op — en anno nu blijft dat bedrag nog steeds hetzelfde. Kongshaug, wereldkampioen op de 1500 meter, zegt dat het geld naar de sport terug moet en wijst erop dat tientallen ISU-medewerkers meer verdienen dan wat meerdere schaatstakken samen aan prijzen uitkeren.
Ook tweevoudig wereldkampioene Ragne Wiklund reageert geschokt: de bond blijkt miljarden te bezitten terwijl atleten nauwelijks stijgende vergoedingen zien. In Nederland haalde sprintster Merijn Scheperkamp het onderwerp aan via Instagram; hij herkent de frustratie van topschaatsers die grote offers brengen maar weinig vergoeding oogsten.
De ISU bestrijdt de beschuldigingen niet en presenteert in haar Vision 2030-programma plannen om de sport aantrekkelijker te maken en vanaf 2029 het prijzengeld met ongeveer twaalf procent te verhogen. Voorzitter Jae Youl Kim noemt atleten “het hart en de ziel van de sport.” Veel rijders, onder wie Kongshaug, zijn echter sceptisch. Zij vrezen dat investeringen vooral in bureaucratie en infrastructuur terechtkomen en dat gebrek aan eerlijke beloning leidt tot minder talent, minder sponsors en krimpende publiekstrekker — kortom een vicieuze cirkel die de schaatssport op lange termijn kan schaden.