Van beloofde land naar figurant? België moet na rampjaar op WK zijn dartsreputatie zien te redden: "Het is 5 na 12"
In dit artikel:
België kende de voorbije jaren een ongekende dartsroem: uitverkochte toptoernooien in Wieze en Antwerpen, volle dartshops en twee wereldtoppers in Dimitri Van den Bergh en Mike De Decker. Die piek culmineerde in 2024, toen Van den Bergh (UK Open) en De Decker (World Grand Prix) samen voor recordprijzengeld zorgden: 656.500 pond voor de Belgische PDC-ploeg. Maar 2025 bracht een scherpe kentering: het gezamenlijke prijzengeld zakte naar 318.250 pond, het laagste sinds 2021, en veel kopstukken gingen zwaar onderuit.
Het seizoen begon desastreus op het WK in Londen: van vier Belgische deelnemers kwam alleen Van den Bergh voorbij de tweede ronde, waarna hij verloor van Callan Rydz. Hoewel hij later een halve finale op de World Masters noteerde, volgde daarna een reeks teleurstellingen. Van den Bergh worstelde met een langdurige blessure en mentale problemen; twee maanden rust hielpen niet en hij haalde geen enkele majorplaats meer individueel. Op de World Cup of Darts werden Van den Bergh en De Decker zelfs al in de groepsfase uitgeschakeld door de Filipijnen — een pijnlijk dieptepunt voor België.
Mike De Decker, die in 2024 doorbrak met zijn majorzege, kon die doorbraak dit jaar niet verzilveren. Ondanks kwalificaties voor meerdere majors werd hij vaak vroeg uitgeschakeld. Analist en ex-prof Erik Clarys ziet bij De Decker tekenen van podiumvrees en wijst op veranderingen in materiaal die mogelijk het vertrouwen aantasten. Over Van den Bergh zegt Clarys: “Er staan een hoop vraagtekens achter de naam van Van den Bergh. Het is tasten in het duister.” En hij sluit af met een urgente waarschuwing: “Voor de Belgische toppers is het niet 5 voor 12, maar al 5 na 12.”
Ook de rest van de nationale top presteert wisselvallig. Kim Huybrechts zakte verder weg en haalde zijn WK-ticket grotendeels dankzij de deelnemersuitbreiding. Mario Vandenbogaerde (52) draaide een degelijk seizoen en stond als enige landgenoot in een finaleronde, maar een grote zege lijkt onwaarschijnlijk in dit stadium van zijn carrière. Andy Baetens heeft de overstap van WDF naar PDC nooit volledig verteerd en moet op het WK bevestigen om zijn profstatus te behouden.
De opvolging stelt bovendien teleur. Op de PDC Development Tour is de beste Belg pas 49e, Nunjo Dewaele; daarna volgen Lennert Faes en Xanti Van den Bergh op respectievelijk 51 en 54. Alleen de veertienjarige Lex Paeshuyse valt internationaal op: hij won vorig jaar het junior-WK in Alexandra Palace, maar mag pas over minstens twee jaar meedoen bij de senioren en kampt al onder druk.
Samengevat: de Belgische dartsbubbel is hard gekrompen. Blessures, mentaal haperende toppers, materiaalwissels en te weinig jonge doorbraken verklaren de terugval. De komende majors, te beginnen in Londen, vormen de volgende kans om het tij te keren, maar de tijd dringt en resultaten zijn nu doorslaggevend.