Van "monster" tot meesterstuk: hoe Red Bull en Verstappen plots weer de macht grepen in Monza

In dit artikel:

Op het circuit van Monza liet Red Bull na maanden van twijfel een duidelijke reactie zien: Max Verstappen won overtuigend, bijna twintig seconden voor de McLarans van Lando Norris en Oscar Piastri, in wat de snelste Formule 1-race ooit bleek. Dat resultaat staat in schril contrast met een jaar geleden, toen Verstappen er teleurgesteld zesde werd en zijn RB20 als "onbestuurbaar" bestempelde.

De zege wordt vooral toegeschreven aan een koerswijziging binnen het team. Red Bull mengt niet langer alleen simulatordata met beslissingen: de ervaring en intuïtie van Verstappen en van teambaas Laurent Mekies spelen nu nadrukkelijker mee in de voorbereiding en afstelling. Adviseur Helmut Marko noemt die aanpak een frisse wind; Mekies, die pas recentelijk meer verantwoordelijkheid kreeg, houdt de eer bescheiden en zei letterlijk: "Ik heb nul impact gehad." Verstappen prees wel de nieuwe vragen van Mekies aan de ingenieurs en erkende dat het team eerder "extreme dingen" probeerde zonder het juiste begrip van de auto.

De tactische keuze voor Monza was doelbewust: omdat de wereldtitel praktisch onbereikbaar is, durfde Red Bull risico's te nemen en koos het, op aandringen van Verstappen, voor een lagere downforce-achtervleugel en focus op topsnelheid. Die set-up bleek perfect op het hoge-snelheidscircuit en maakte het verschil.

Hoewel het resultaat hoopgevend is en aantoonbaar laat zien dat Red Bull nog steeds grote prestaties kan leveren, temperen betrokkenen de verwachtingen. Verstappen waarschuwt dat het succes sterk circuitgebonden is en niet automatisch betekent dat Red Bull wekelijks weer mee kan doen om overwinningen. Mekies blijft voorzichtig, terwijl Marko optimistisch hoopt dat de positieve spirit ook kansen biedt in vergelijkbare circuits zoals Bakoe. Monza voelt dus als een symbolisch keerpunt, maar of het de definitieve ommekeer is, blijft onzeker.