Van schuchtere twijfelaar tot zelfbewuste diamant: wie is Jarno Widar, kersvers Europees kampioen bij de beloften?

zaterdag, 4 oktober 2025 (13:34) - Sporza.be

In dit artikel:

Een week nadat hij op het WK naast de regenboogtrui greep, sleepte Jarno Widar op het EK in de Ardèche wél de Europese titel binnen — de kers op de taart van een jeugdcarrière die in hoogtempo tot bloei kwam. De 19-jarige Limburger viel als jongen al op (een eerste zege in Oreye in 2016), maar bleef daarna enige jaren onder de radar. Pas op zijn zestiende brak hij echt door als Limburgs kampioen bij de tweedejaars nieuwelingen en sloot hij aan bij de gerenommeerde juniorenformatie Crabbé Toitures.

Widar komt uit een wielerfamilie: zijn vader Jean‑Claude draaide als jongere rondjes om de kerktoren en zijn oudere broer Wesley zag wielerdromen ontsporen door suikerziekte. Na de Limburgse titel volgden snelle successen in het juniorencircuit: meteen winst in Nokere Koerse, later ook de Ronde van Vlaanderen bij de junioren en een knappe zege in de zware Classique des Alpes tegen contemporain Paul Seixas. Die prestaties trokken alle Belgische topploegen, en in de winter van 2022 kreeg hij al een stage bij Quick‑Step. Toch koos hij voor de opleidingsploeg van Lotto (waar ook cosponsor Dstny een rol in speelde).

Bij de beloften bevestigde Widar zijn status vooral in bergachtige Italiaanse etappes: overwinningen in de Giro NextGen en de Giro della Valle d’Aosta plaatsten hem naast namen als Tom Pidcock, Juan Ayuso en Lenny Martinez. Tijdens de Ronde van de Toekomst liep het minder vlot; hij uitte kritiek op zijn ploeg omdat hij vond dat hij te veel wedstrijden had gereden — een signaal dat de ooit schuchtere junior stilaan een uitgesproken leider wordt. Zijn karakterontwikkeling is opvallend: van verlegen puber met talent tot een jonge renner die zijn zegje durft te doen.

Widar blinkt uit met een bijtende, explosieve versnelling in bergritten, ondanks zijn relatief kleine gestalte (ongeveer 1,66 m). Op het vlak van tijdritten kreeg hij echter vaak het nakijken, onder andere tegen Paul Seixas. Het WK in Rwanda was een tegenvaller — een offday die hem ver terugwierp — maar op het EK in de Ardèche liet hij zien waarom hij tot de meest belovende beloften van zijn lichting behoort.

Begin 2025 proefde hij al aan profkoersen (nabij winst in de Coppi e Bartali) maar bleef nog actief bij de beloften en domineerde onder meer de Giro della Valle d’Aosta (waar hij drie van de vier ritten en alle klassementen won). Widars ontwikkeling — technisch sterk in de bergen, mentaal steeds steviger — maakt hem een serieuze kandidaat voor een glansrijke profcarrière.